In 1972, naar aanleiding van het overlijden van mijn schoonvader, ontdekte ik dat tekenen iets kon “betekenen”. Sinds dat moment is tekenen in de breedste zin van het woord niet meer uit mijn leven weg geweest. In kleine boekjes, grotere schetsboeken, op losse vellen teken ik met alle denkbare materialen: potlood, krijt, houtskool, gouache en aquarel, maar ook acryl op papier, op karton op afvalhout, zelfs op muren. 

De werken op papier zijn vaak studies binnen de thema’s waar ik mee bezig ben. Een soort aantekeningen maken. Ze begeleiden het wordings- en denkproces. Ze laten me nieuwe mogelijkheden ontdekken en andere wegen inslaan. Tekenen, vrije werken op papier, zijn de basis van het creatieve proces. Door te tekenen orden je de dingen en als je tekent zie je meer en beter. 

De werken op papier staan meestal in dienst van andere werken: schilderijen of opdrachten. Vaak blijken een aantal van deze tekeningen na verloop van tijd een zelfstandige status te krijgen, het zijn dan autonome werken geworden. Helaas heb ik veel werken op papier niet bewaard of gefotografeerd, ze verdwijnen of worden nog ergens anders voor gebruikt. De werken hier afgebeeld zijn een willekeurige keuze uit het materiaal dat ik nog bezit in de vorm van foto’s of originele werken. Ook afgebeeld zijn een aantal tekeningen die door verkoop in particuliere handen zijn gekomen. Zo heeft Dhr. van Bommel (museum van Bommel van Dam) een aantal gouaches, met bijbelse voorstellingen, gekocht, waarvan ik weet dat hij ze schonk aan vrienden of familie.