Naast de eerder genoemde invloeden (zie de pag. biografie) komt het vaak voor dat opdrachten leiden tot een serie autonome werken. 

De laatste jaren, sinds ik getekende dagboeknotities bijhoud, speelt ook de actualiteit een grotere rol. Uitgaande van deze notities maak ik schilderijen waarin ik door abstracties, of door combinaties van aan elkaar vreemde elementen en ornamenten de werken boven het persoonlijk anekdotische uit til. 

Bij dit alles is een grote inspiratiebron het werk en het werken zelf: de verf, compositie, ritmiek, structuur, kleur, maatvoering en schilderwijze. Al zou ik niet weten wat te schilderen, zo gauw ik op het atelier kom, de werken die overal staan zie, ben ik binnen het kwartier volop aan het werk. Schilderijen zien doet schilderen. 

Waar het werk uiteindelijk over gaat is het mysterie van leven en dood. Dit mysterie proberen te doorgronden en weten dat het nooit zal lukken, zet me aan tot werken, keer op keer.