ruimtelijk werk

In mijn zoektocht naar verschillende dragers begon ik rond 1982 te schilderen op afvalhout, dat ik dan later vaak met touwtjes aan elkaar knoopte tot een groter paneel. De stap naar het beschilderen van een afvalbalk of kistje is dan snel gemaakt. Zo ontstaan de eerste beschilderde ruimtelijke werken. Ligt hierbij nog de nadruk op het schilderen en dient het object uitsluitend als drager, de latere ruimtelijke werken worden autonoom en daarbij speelt de inhoud, vorm en materiaalkeuze de belangrijkste rol. 

Gips, met blanke lak geprepareerd calqueerpapier, glas, latjes etc.  worden de materialen waarmee ik de beelden maak. 

Alleen de objecten die ik in opdracht maak (de werken voor de Edith Stein kapel en bijv. de schaaktafel) worden nog beschilderd. De vrije ruimtelijke werken hebben de natuurlijke kleuren van de gekozen materialen. 

Deze ruimtelijke objecten zijn niet de werken waarin ik verbeelding en fantasie helemaal de vrije loop laat: binnen een zelfgekozen kader zoek ik naar een zo groot mogelijk aantal oplossingen, zo bijv. in het werk “40x” waar ik 40 verschillende variaties maak van kistjes binnen ongeveer dezelfde maat, variërend met materiaal en vorm.  

Ik ben geen beeldhouwer, maar een beeldbouwer. Ambachtelijkheid is voor mij de grootste uitdaging. Door zagen, schuren, lijmen, papier prepareren, glassnijden, passen en meten is in de afgelopen jaren een klein oeuvre  ruimtelijk werk ontstaan, soms ten dienste van een opdracht, soms voortvloeiend uit een schilderkunstig thema, meestal autonoom binnen en naast mijn andere werk als beeldend kunstenaar.